woensdag 16 mei 2018

Weurtse grauwe klauwier




We openen het weekverslag met een foto van een vermoedelijke boomvalk. Hij is nog niet goedgekeurd op waarneming.nl, dus het zou ook nog een slechtvalk kunnen zijn. Al meen ik iets van een rode broek te kunnen ontwaren.





Ik zag de boomvalk (?) ver weg in een kale boom zitten toen ik een drietal zwarte sterns bij de Oude Waal aan het bekijken was. De nestvlotjes zouden rond deze tijd te water moeten worden gelaten. Met een beetje geluk aan het eind van dit blog. Want ik schrijf de berichten tegenwoordig stukje bij beetje, in de loop van de week. In plaats van alles in één keer.





Je kunt met je auto naar een autowasstraat gaan. Maar je kunt hem ook gewoon even de Ooijpolder in rijden voor het betere lik- en boenwerk. Konikpaarden.




Even stoppen om over het akkerland te verrekijken of er al kievitjongen rondscharrelen. Tot woede van een volwassen vogel. Die duidelijk liet weten dat ik moest oplazeren. Ik vind dat opstaande tongetje iets heel komisch hebben. Overigens heb ik geen jongen gezien. Wat niet wil zeggen dat ze er niet waren. Schutkleuren van heb ik jóu daar!





Een fotograaf attendeerde me op twee dode meerkoeten. Deze vogels kunnen ontzettend agressief tekeer gaan. Ze zouden zich zomaar doodgevochten kunnen hebben. Een andere verklaring kan ík niet bedenken.





Zeker zo'n tweehonderd foto’s van vliegende zwarte sterns moet ik die avond geschoten hebben. Allemaal waardeloos. Waarbij ik moet aantekenen dat het eigenlijk ook al te donker was voor een actiefoto. Dit plaatje heeft nog wel iets sfeervols. En je ziet leuk dat-ie zijn prooi binnen snavelbereik heeft.





Eigenlijk wilde ik alleen even naar de Oude Waal fietsen om te kijken of er al wat meer zwarte sterns teruggekeerd waren. Op dat moment appte Lord of the Rings B. echter dat de eerder die dag door fulltimevogelaar C. ontdekte grauwe klauwier bij het Weurtse Grote grindgat nog steeds aanwezig was. En zich uitstekend liet bekijken. 




Een paar jaar terug had ik me in beroerde toestand al eens naar een grauwe klauwier in de Ooijpolder gesleept. Mijn verrekijker meedragen kostte me al teveel moeite. En fotograferen deed ik nog niet. Tijd voor een relatief frisse herkansing dus. Met als bonus dat de vogel in Weurt een mannetje betrof. Net als bij mensen zijn die bij vogels veel mooier dan de vrouwtjes. Dat is allemaal biologisch bepaald. Vraag het Midas. (Tot zover mijn doorzichtige provocatie.)



Het duurde een tijdje voordat hij zich liet zien. Wellicht liet hij zich nog wat afschrikken door de twee meter en zevenendertig centimeter lange, beginnende vogelaar M. 

Die samen met zijn zoontje H. mijn kant op kwam. 







Maar na een half uurtje wachten, in welke tijd ik een koninginnenpage en een sint-Jacobsvlinder zag voorbij fladderen en de eveneens aanwezige collegavogelaar F. wat zeldzame plantjes wist te fotograferen, kwam hij tevoorschijn. 
En liet hij zich inderdaad mooi bekijken. Door het tegenlicht niet in ideale fotografeertoestand. Maar wel leuk met een insect in zijn snavel en samen met een kneutje in een struik. Dus je hoort mij nauwelijks klagen.




Bij dit soort foto's sta ik altijd voor een dilemmaatje. Niet te veel op het plaatje inzoomen en de foto op die manier nog enigszins scherp houden, of behoorlijk inzoomen zodat je zijn prooi beter kunt zien maar ook de pixels bijna kunt tellen. Nou ja, eigenlijk helemaal geen dilemma. Gewoon inzoomen. Ik ben hier voor een plaatje en een praatje. Voor haarscherpe prachtfoto's verwijs ik graag naar birdpix.nl.




Én ze liggen er! Te water gelaten op maandag 14 mei 2018. Naar verluid werden de vlotjes binnen enkele seconden door de zwarte sterns in gebruik genomen.







Ik ben er een uurtje bij gaan zitten om wat foto's te maken. Die veelal tegenvielen door de grote afstand. En doordat ik ongemerkt langs wat stengels zat te fotograferen. Met als gevolg hier en daar een groene zweem. Nou ja, wel mooi te zien hoe lenig en acrobatisch die vogels zijn. 

Natuurlijk hoopte ik ze ook op onzedig gedrag te betrappen...



En hebbes! Screenshot uit een filmpje. Door de opwinding had ik de filmkwaliteit per ongeluk op de laagste stand aangetipt. Maar misschien willen ze het de komende tijd nog wel een keertje voor me overdoen. 




Vluchtfoto's blijven lastig. De sterns zijn zó snel. En je (ik) krijg(t) ze niet scherpgesteld als ze langs het groen schieten. Deze is dan weer tamelijk saai. Met alleen die blauwe lucht als achtergrond. Maar je ziet wel weer leuk een insect in z'n snavel.







Rechtstreekse beelden van de sterns zijn binnenkort te zien op een groot scherm in het entreegebouw van Museum De bastei. Dat komend weekend feestelijk geopend wordt. Benieuwd hoe ze dat in beeld gaan brengen. Er was ook sprake van dat de sterns bij Beleef de lente te volgen zouden zijn. Op dit moment lijkt dat helaas niet door te gaan. Nou ja, zonder Beleef de lente is het al druk genoeg daar op de dijk.




Door alle graafwerkzaamheden is er (tijdelijk?) een steltloperparadijsje ontstaan in de Millingerwaard. Ik zag een groep van zo'n veertien oeverlopers de lucht in gaan. Maar ik sluit niet uit dat er ook een paar andere merken tussen zaten. Verder ook veel eenden, ganzen en zwanen. Maar die heb ik links laten liggen wegens te gewoon.




Mijn eerste bontbekplevieren van het jaar. Niet vanzelfsprekend, want redelijk zeldzaam in mijn omgeving. Op afstand van de kleine plevier te onderscheiden door de wat bollere vorm. Van dichtbij door de oranje pootjes en oranjezwarte snavel.




Eén tureluur zat er. Bij Waterrijk-Oost kwam ik eerder deze week R. tegen. Een waarneming.nl-admin van de Arnhemse vogelwerkgroep. 
R. is altijd graag bereid (ik zag hem voor de tweede keer) mij wat vogellesjes bij te brengen en me door zijn telescoop te laten kijken. Zijn tureluurherkenningstip bleef me goed bij. Die landt altijd met zijn vleugels opgeheven. "Alsof hij een applaus in ontvangst neemt." Da's heel handig om te weten als je hem zwijgend, ver weg in het slijk ziet neerkomen. De brede witte vleugelachterranden en de witte rugwig werden middels een priemende vinger op mijn rug aangegeven. Ik voel het nu nog. 




Groenpootruiter. Let voor herkenning op de licht omhoog gewipte snavel. Links krakeenden.




Oeverlopers zijn herkenbaar aan de 'swoosh'. Het witte nike-logo op hun zij.




Bosruiter. Met voor in beeld een vage bergeend




Het duurde even voordat ik haar herkende. Maar door het schubbige rugkleed maakte ik er uiteindelijk terecht een kemphaan van.




De zwarte-sternnestvlotjes in de Millingerwaard waren vooralsnog onbevogeld. Wellicht door de drukke werkzaamheden. Op één na. Daarop bevond zich de helft van een paartje fuut.




In de Ooijpolder zie je (ik) hem niet zo vaak. De gekraagde roodstaart. Ver weg in de top van een boom. Herkend aan zijn geluid!




Een stevige handdruk voor degene die het vogeltje onder deze koekoek weet te determineren.


Er was geen dinsdagavondexcursie deze week. Kwam ik tot mijn verbazing achter. Wel stonden er bij het H-D gemaal twee vogelaarsgroepjes klaar om de Ooijpolder in te trekken. Waarvan er een het op prijs stelde als ik met ze mee zou fietsen. Waardoor ik even later tot mijn vreugde (als enige) (Na-nana-naa-nah!) een ijsvogel zag voorbijflitsen. Precies twéé maanden heb ik het zonder die vogel moeten doen. Een gruwel was het!

Mijn standaardvraag aan vogelaars, die laatste twee maanden, of ze onlangs nog een ijsvogeltje hadden gezien, werd steevast beantwoord met een licht wanhopig 'nee'. Gelukkig heeft een enkel exemplaar dus toch nog die beruchte ijs- en ijskoude maartweek weten te overleven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten