maandag 26 februari 2018

Spreeuwenzwerm boven Nijmegen [3]



“Ben jij Mars Gremmen?” Grappig, een vogelaar bij de (afwezige, en vermoedelijk helaas vertrokken) zwartbuikwaterspreeuw herkende mij van dit blog. Hij deed me een door mij over het hoofd gezien mannetje ijsvogel cadeau en verklaarde de door mij voor vinken aangeziene twee vogels in een boompje verderop tot dames appelvink. Voor vinken zaten ze ook veel te rechtop. En was hun snavel te groot. Ik houd het er maar op dat ik nog niet helemaal wakker was. 

Ik was namelijk vroeg opgestaan om de buurtspreeuwen uit hun slaapboom te zien vliegen. En dat bleek minstens zo indrukwekkend te zijn als het erin vliegen! 


Hoe ze hun slaapboom in vliegen is al een fantastisch gezicht. Hoe ze de boom uít vliegen is minstens zo prachtig. Dát golvende geluid! Overdonderend als je er live bij staat. Knullig gefilmd, maar wel leuk om te zien. Vind ik. Met, voor de scherpe kijkers, om 0:20 een sperwer die richting de spreeuwslaapboom vliegt. Om 0:28 een sperwer die in de dakgoot gaat zitten. En om 0:44 een sperwer die roepend een boom verlaat. Of is het steeds een en dezelfde roofvogel?

Je kunt ook gewoon even naar deze screenshotcollage kijken. Scheelt weer vierenveertig seconden van je leven.

De aangekondigde -15°C gevoelstemperatuur afgelopen zondag bleek in de praktijk reuze mee te vallen. Dus ik fietste in de middag gewoon richting Park Lingezegen, in de hoop op mijn eerste 2018-gruttowaarneming. Ik zag wel, heel in de verte, wat bruine, grutto-achtige vogels vliegen. Maar vermoed dat mijn brein weer eens een gemeen spelletje met me speelde en het gewoon meeuwen of andere vogels waren. De waarneming van de plompe, bruine, zonbeschenen reiger die ik door mijn verrekijker het riet in zag vliegen, leed echter geen twijfel. Roerdomp! Mijn frisse fietstochtje meer dan waard. Fotocamera helaas nog in de fietstas, maar het beeld staat in m’n geheugen gegrift. 



Iets verderop, aan de andere kant, zat een sperwer in het mooie goudgele riet. Voor een plaatje had ik wel wat bevroren vingers over. Dus ik trok mijn rechterhandschoen uit en haalde mijn camera uit de tas voor een afstandsfoto. 

Op dezelfde plek zat een kievit minstens zo mooi te wezen. Gefotografeerd wilde hij niet worden. Maar hij liet wel mijn oog vallen op een watersnip. En dat is natuurlijk ook een verdraaid leuk vogeltje. 

Terugweg. Wat deze buizerds nou precies te pakken hadden kon ik niet zien. Ze werden er in ieder geval flink bij belaagd door een groepje zwarte kraaien



Lang leve de schutkleur. Niet verscheurd door een grote loslopende hond. Haas

Een hoop kauwtjes, kok- en stormmeeuwen in een Lents kinderboerderijtje. Of hoe heet het. Terwijl moeders met kinderen zich op de herten, geiten en schapen stortten, richtte de malle vogelaar zijn aandacht gretig op de volop aanwezige gevleugelde overlastplegers. Op de foto: kauwtjes en stormmeeuw. 

In het gouden avondlicht is de roek me een partij prachtig van heb ik jou daar! Jammer dat hetzelfde licht meterslange schaduwen veroorzaakt. Daar gaan vogels voor op de vlucht... 
















Terug naar de Ooijpolder van een paar dagen eerder. Duizenden (kol)ganzen, vertoeven daar. Blijft een indrukwekkend gezicht om dat rond te zien vliegen. (Voor de liefhebbers opklikbaar naar groot formaat.)

Vannacht rolde ik letterlijk met twee compleet van kramp vertrokken benen uit m’n bed. Misschien moet ik het fysiek wat rustiger aan gaan doen...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten