zondag 23 april 2017

Dwergmeeuw en geoorde fuut

Al dagen heb ik een enorme behoefte aan zwarte ruiter. Maar ik blijk steeds op de verkeerde plek geweest te zijn als hij op waarneming.nl wordt gemeld. Bij deze verklaar ik dit steltlopertje tot mijn nieuwe obsessievogel. Ook bij de Kraaijenbergse plassen kwam ik hem niet tegen. Wel veel ander al dan niet vliegend moois.



Stiekem hoopte ik dat de vier sterntjes die ’s ochtends vroeg langs de vogelkijkhut vlogen Noordse sterns waren. Want die waren daar een dag eerder gesignaleerd en zijn heul zeldzaam hier! Maar het bleken 'gewoon’ visdiefjes te zijn geweest. Overigens wisten zelfs enkele volleerde vogelaars een paar uur later de twee vogelsoorten ter plekke niet van elkaar te onderscheiden. Dus ik hoef me niet te schamen dat ik het toen ook niet kon zien. 




Wat verderop kwam ik een aantal kleine steltlopers tegen. Deze drie bonte strandlopers, rechts op de foto, wist ik ter plekke te herkennen.



De drieteenstrandloper, hier solo te zien, wist ik pas thuis achter m’n computer te determineren. (Of nou ja, ik zag op waarneming dat een ander persoon hem op dezelfde plek had gezien.)



Thuis kwam ik er ook pas achter dat ik geen kleine plevier maar de hier veel zeldzamere bontbekplevier had gefotografeerd. Zonder telescoop en op het digitale schermpje van mijn fototoestel is dat bijna niet te zien. Nu ben ik eerlijk gezegd ook niet in de natuur om naar fotoschermpjes te turen om de veelal grijze vlekjes die ik fotografeer te determineren. Zo kan ik thuis ook nog mooi tegen een verrassing aanlopen. 



Een gewone grasmus moet natuurlijk ook even vastgelegd worden. Met z’n leuke witte baardje.



Kort daarop hoorde ik bekend gezang. Blauwborst!



Een vogelaar wees mij op een roodborsttapuit. Die zie ik vrij regelmatig. Maar uit beleefdheid richtte ik toch maar even mijn kijker op het vogeltje. 'Wacht even, da’s wel een heel opvallende wenkbrauwstreep. Paapje!' Wat leuk, die zie ik dan weer heel weinig. En wat fijn dat mijn vogelaarsniveau inmiddels voldoende is om beginnendere vogelaars te corrigeren. Ik kon nog nét deze foto schieten voordat-ie verdween.



Deze fitis kon ik van heel dichtbij fotograferen. En dan blijkt dat mijn toestel nog redelijk aardig details weet vast te leggen. Verder geen buitengewoon interessant plaatje. Ik blijf een voorliefde voor dit vogeltje houden sinds ik hem van nóg dichterbij in de hand van een vogelringer heb gezien.



Teruggekeerd in de vogelkijkhut word ik gewezen op een drietal dwergmeeuwen. Heel leuke vogeltjes, met die zwarte kop en donkere ondervleugels. Mijn vreugde werd lichtelijk aangetast doordat de reserve-accu van mijn fotocamera zo goed als leeg bleek te zijn. Ik kon nog net een paar vrij slechte plaatjes van het volwassen exemplaar schieten. Daarna voelde ik me compleet naakt zonder werkende camera en moest ik continu tegen mezelf roepen: 'het gaat om de beleving! Het gaat om het nú! Je hebt twee jaar met veel plezier zonder camera gevogeld!’



En natuurlijk kom je dan net nú de geoorde fuut tegen. Prachtig in beeld. Een vogel die ik al heel lang een keer hoopte te zien. Dan maar ouderwets met m’n iPhone een vaag bewijsplaatje door mijn verrekijker maken. Er zit niets anders op.



Het op dezelfde manier gemaakte plaatje van een mij (en zeven andere vogelaars) onbekende steltloper had ik echter net zo goed kunnen laten. Vermoedelijk is het een eerder op de dag waargenomen kemphaan. In overgangskleed.

Ook vandaag nog geen koekoek. Wel m’n eerste braamsluiper, gierzwaluw, bontbekplevier, drieteenstrandloper, paapje en huiszwaluw van het jaar. Samen met mijn 'lifers’ de geoorde fuut en de dwergmeeuw; een uitstekende vogeldag dus. Ondanks de foto-accu-perikelen. Maar wat dat betreft heb ik mijn lesje geleerd. Al kan ik het vergeten opladen van de reserve-accu alleen maar aan vroegtijdige dementie wijten. Al kan ik het vergeten opladen van de reserve-accu alleen maar aan vroegtijdige dementie wijten. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten