maandag 20 maart 2017

IJseend

Afgelopen weekend moest er natuurlijk weer hoognodig gevogeld worden. En bij tijd en wijlen kwam daarbij de fotocamera uit de fietstas voor een mooi stilzittend vogeltje of een bijzondere waarneming.



Maar hier heb ik de camera voor gekocht. (Pijltje naar boven.) Om een steltlopertje op zestig meter afstand te kunnen determineren zonder met een loodzware, peperdure telescoop op pad te hoeven. Kwaliteit van de foto doet er minder toe. Al probeer ik er wel nog wat compositie in te snijden. Van dit vogeltje maakte ik zonder na te denken een (vrij) vaak voorkomende oeverloper. Al is het daar nog wel wat vroeg voor. Na de reactie 'Nog een keer kijken!’ van een waarneming.nl-beheerder maakte ik er een witgat van. Weer mis. Drie keer is scheepsrecht; op dit moment ga ik voor de bonte strandloper.


Op dezelfde slijkrand dacht ik een bontbekplevier te ontwaren. Ik meende iets geels bij zijn snavel te zien. Maar dat kan ook een verdwaalde pixel zijn. Dus het is waarschijnlijk een 'gewone’ kleine plevier. Op deze tevergeefse bewijscollage kun je overigens wel mooi het gekromde snaveltje van de eerder getoonde vermoedelijke bonte strandloper zien.



Geen puf om een uur te fietsen voor een geoorde fuut, dus ik ging wat dichter bij huis op zoek naar de een dag eerder gesignaleerde blauwborst. Die liet zich niet zien. Een op een heg zittende, minstens zo mooie ringmus (ja, toch?!) gaf me wel mooi de gelegenheid om een close-up uit te proberen. Net als bij andere van dit soort natuurfoto’s lijkt het net of er iemand een gekleurd scherm achter het beestje omhoog houdt. Wat die foto’s mijns inziens een fotostudio-achtige sfeer geeft. Die mij niet zo bevalt. De ellende met dit type natuurfoto’s, of eigenlijk natuurfoto’s in het algemeen, is dat het bijna onmogelijk is om er een stempel van de maker op te drukken. Het plaatje zou zowat door iedereen met een redelijke camera gemaakt kunnen zijn. Bij een tekening bijvoorbeeld pik je er meestal moeiteloos de tekenaar uit.



Zomertaling. Naar deze eend heb ik me vorige jaren helemaal suf gezocht. Dit jaar ben ik hem al drie keer tegengekomen. Of ik zoek beter, of ze zijn minder zeldzaam dan ik dacht.

Edit: 2017, een goed jaar voor de zomertaling.



Scholekster. Zoveel bij elkaar (uitgezoomd zo’n vijftien stuks) was ik er nog niet eerder tegengekomen. Grappig hoe de twee vogels in het midden een kruisteken maken met hun snavels. Het is vast een geheim signaal. Maar voor wat? En voor wie? Wederom schiet mijn vogelkennis ernstig tekort!



Kokmeeuw. Langzaamaan begin ik meeuwen steeds leuker te vinden. Op deze foto zie je mooi drie stadia van de overgang van winter- naar zomerkleed.
Zwart-witfoto met hier en daar wat tintjes roodbruin. Lijkt het wel.



Ik kom mijn zondagavond heus wel door.



Een nijlgans die denkt dat hij een ooievaar is. Lelijke foto. Maar wel grappig. Vind ik.


Als ik Schotse vogelaar M. tegenkom dan heeft hij altijd iets bijzonders gezien. Daar kamt hij ieder weekend heel precies de Ooijpolder van voor naar achter voor uit. Deze keer vond hij een dode das, twee zwartkopmeeuwen (die ik helaas niet tussen bovenstaande kokmeeuwen kon terugvinden) en een zeldzame ijseend. Dat zou een nieuwe Gelderse vogel voor mij zijn! Dus ik fietste met spoed naar haar (het was een vrouwtje) vermoedelijke verblijfplaats.



Aldaar kon ik de vogel niet terugvinden tussen alle minuscule stipjes aan de verre overkant van de plas. Gelukkig werd ik vanaf de dijk toegefloten (geen koekoeksgeluid deze keer) door vogelechtpaar J. en E. en mocht ik door hun telescoop een blik op het welzeker aanwezige beestje werpen. 


Ik had me een enorme eend voorgesteld, maar ze bleek half zo klein als een gemiddelde fuut. Wat haar in mijn ogen gelijk een stuk delicater en mooier maakte. Benieuwd of ze nog een tijdje op deze plek blijft. Of er al snel weer vandoor gaat.* Dit was de beste foto, althans een uitsnede, van het veertigtal plaatjes dat ik met uitgestrekte telelens geschoten heb in de richting waarvan ik vermoedde dat het beestje zou zitten. Op m'n computerscherm kon ik haar pas echt ontdekken. (Ik moet een nieuwe bril geloof ik.)



Afscheidsfoto van de kolganzen. De meeste zijn alweer naar het noorden vertrokken. En deze jongens zullen ook wel niet lang meer blijven. Jammer, want het is zó leuk als ze met honderden tegelijk, luid gakkend, vlak over je hoofd scheren.

*Edit: helaas, ze is er alweer van tussen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten